
[ Selectie uit scene BOEK NUL ]
Alex ademt onhoorbaar uit en laat de pijl los. Hij schiet tussen de bladeren door en ze zucht gefrustreerd als de twee herten ongeschonden wegvluchten. Toch heeft ze iets geraakt. Er klinkt zo’n harde brul, dat ze van schrik de volgende pijl laat vallen.
De kreet houdt aan en scheurt bijna haar trommelvliezen. De schelle toon veroorzaakt een piep in haar hoofd, die niet verdwijnt als ze haar handen naar haar oren brengt. Een laag gegrom dreunt door tot in haar borst, waardoor ze een aantal stappen naar achteren gedwongen wordt. Wat heeft ze geraakt? Het gevoel lijkt uit haar ledematen weg te trekken als de takken beginnen te bewegen en ze beseft dat – wat het ook is – het groot is en haar kant opkomt.
Ze wil zich omdraaien en wegrennen, maar haar ogen houden haar gevangen als ze het ziet.
Het lijkt op iets dat ooit een mens geweest kan zijn, het draagt namelijk vodden. Het geluid dat uit zijn mond komt is alles behalve menselijk. Zijn kaken zijn vervormd en staan zover open dat met gemak haar hele hoofd erin past. Zijn adem heeft een stank die haar bijna laat kokhalzen. Met iets dat zijn armen moeten voorstellen trok het brullend de pijl uit zijn schouder. Donker bloed gutst uit de wond. Het werpt het wapen met een dodelijke snelheid van zich af. Alex ziet het niet, maar ze voelt iets langs haar gezicht schieten en een scherpe steek treedt op in haar hand. Het wezen steekt zijn klauw naar haar uit; nagels die er zo sterk uitzien dat ze er niet aan twijfelt dat ze haar zo aan stukken rijten. Zijn huid is grauw en bijna doorschemerend. Een netwerk van paarse aderen kronkelt over zijn hele lichaam. Het meest angstaanjagende zijn zijn ogen. Donkere kassen met opengesperde witte poelen waarin hij haar naar binnen zuigt. Haar binnenste bevriest en alle kleur trekt weg uit haar omgeving. Ze begint de betekenis van de waarschuwing van haar vader te begrijpen. Komt dit monster uit het Verboden Noorden?