
Geweld is de slechtste oplossing voor geweld. Het is een les waar haar vader haar constant mee om de oren slaat.
Alex snuift en laat de opgebouwde spanning uit haar vingers gaan. Alsof de pijl wordt aangedreven door haar inwendige razernij, schiet hij met een bevredigende klap in het doel. Het is ver uit het midden, maar het voelt goed.
Nadenken doet ze niet. De volgende pijl draait tussen haar vingers, voor ze het uiteinde vastklikt tussen de twee felgekleurde nokpunten. Ze zuigt haar longen vol, de spieren tussen haar schouders trekken strijdlustig samen. De pees snijdt pijnlijk in haar gezwollen lip, maar het duurt maar een fractie van een seconde voor de spanning zich weer ontlaadt.
BAM.
Met de klap vloeit er een stukje frustratie uit haar. De pijl blijft als bevroren steken, hoger deze keer. Het had Hakon zijn oor kunnen zijn. Waar zou het midden tussen zijn ogen zitten? Ze neemt het middelpunt van de cirkel. Haar lip brandt en ze proeft bloed in haar mond. Ze heeft de pees nu zo ver opgespannen dat haar armen trillen. Ze knijpt een oog dicht en probeert haar vizier zo goed mogelijk te centreren op het vrijwel onzichtbare kruisje dat het midden van de kleine gele cirkel vormt.
Die lelijke gebochelde neus, de ontsierende puist op de top, het beeld staat scherp in haar gedachte. Het gevoel van krakend bot toen ze haar knokkels op dat misvormde uitsteeksel in zijn gezicht ramde, ze voelt haar huid nog tintelen. Haar adem stopt. De pijl raast naar voren en wijkt op het einde plots naar rechts. De klap blijft uit en ze beseft dat ze het bord gemist heeft. Ze knijpt haar ogen samen.
Niyek, hoort ze in haar hoofd Hakon zeggen. Zijn vrienden lachten haar uit toen ze in de klas moest vertellen dat ze niet meedeed aan de traditie van het lichtjesfeest. Alsof zij daaraan iets kon doen. Het was de stomme beslissing van haar ouders, met hun fanatieke afkeer voor alles wat iets met het geloof te maken heeft. Het lijkt alsof ze een persoonlijke vete tegen Aubronai uitvechten, waar ze eigenlijk niets mee te maken wilt hebben. Haar andere afkomst maakt haar al genoeg tot een buitenbeentje en ze is het zat dat de andere kinderen, zoals Hakon, haar pesten om dingen die haar ouders voor haar beslissen.
Haar vuist trilt en ze doet verwoed een aantal passen naar voren, terwijl ze haar blik op het doel gepind houdt. Haar hart bonkt hoog in haar keel, alsof het de boze woorden aandrijft die ze eigenlijk wilt uitspuwen. Er is niemand om tegen te schreeuwen. Ze grijpt de volgende pijl en beeldt zich in dat de jongen die haar lip tot moes sloeg voor haar staat en laat snuivend de volgende pijl los.
Mis.
Gelach in haar hoofd. Ze komt dichterbij en legt opnieuw aan.
Mis.
Het gelach neemt toe. Ze herinnert hoe ze haar tas omkieperden in een modderplas en het eten vertrapten dat haar moeder had klaargemaakt. De voldane grijns op het gezicht van Hakon. De woede van onmacht die ze voelde, omdat ze haar vasthielden zodat ze niets kon doen.
Ze raakt de buitenste rand van de cirkel.
In haar hoofd klinken scheldwoorden die een tienjarig meisje niet hoort te kennen. Haar armen beginnen zwaar te voelen, maar het vuur in haar is nog niet geblust. De pees laat ondertussen bloederige vlekken achter op haar gezicht, uitgesmeerd door haar gebarsten lip. Haar adem verlaat in grillige stoten haar borstkas en ze graaft haar voeten dieper in de aarde.
Nog steeds de buitenste rand.
Als ze zich maar hard genoeg concentreert, zal ze op een dag dat rotjong kunnen bedreigen met de belofte een pijl door zijn hoofd te kunnen schieten. Hij zal zijn verdiende loon krijgen.
Haar vingers zijn nu bijna gevoelloos door de kramp als ze de pijl loslaat. Deze keer ziet ze niet eens waar hij naartoe schiet. Een felle pijn treft de binnenzijde van haar arm, alsof de huid wordt opengereten door een zweep. Het laat de spieren schokken tot aan haar schouder waardoor ze gedwongen de boog loslaat. Een brullende kreet komt uit haar keel en ze grijpt met haar andere hand naar haar geraakte arm. Direct vormt zich een kloppende, paarse bult waar de pees hard op haar huid heeft geslagen.
“Alle Goden, laat Hakon maar verrotten in zijn verdoemenis,” vloekt ze. Tranen gemengd van woede en pijn stromen over haar wangen en ze laat haar boog op de grond vallen.
Iemand op de achtergrond begint langzaam te klappen en Alex beseft dat ze een ongewenste toeschouwer heeft.
“Als je die woede van je niet leert beheersen, ga je nooit een pijl raak schieten.”