| POV Jade Saunders |

Stap. Plof. Stap. Plof. Mijn knie doet gruwelijk zeer. Op deze manier doe ik er een eeuwigheid over om bij de Kring van Louis te komen. Maar ik moet het voor mamma doen. Oom Arik is bang voor pappa. Pappa zal gelijk naar huis gaan als hij hoort dat mamma door oom Arik wordt lastig gevallen.
Mijn ademhaling piept net zoals de longen van opa. Opa werkte zijn hele leven in de steenfabriek en ging dood door het stof in zijn longen. Je ademt het overal in. Het heeft al tijden niet geregend, waardoor het als een vieze nevel in de straten van Beiramyhrr hangt. Ik heb mijn arm voor mijn gezicht geslagen en probeer te ademen via mijn elleboogsplooi. Het is het ergst rond het viaduct bij het centrum. Het stof blijft hier hangen en mengt zich met de uitlaatgassen van de voertuigen die de voorraden brengen.
Nu de zon op zijn laagste punt aan de hemel staat, wordt het snel kouder. Het zweet onder mijn trui stolt en laat de stof onaangenaam plakken op mijn huid. De schaduwen zijn lang en lopen in elkaar over. In het centrum staan de huizen zo dicht op elkaar dat sommige stukken van de straat pikdonker zijn. Ik heb al moeite met diepte zien, maar zo in de schaduwen verandert de wereld in een hindernisbaan. Ik ga langzamer lopen om de zijstraten te tellen tot ik degene vind die ik zoek.
Stap. Stap. Plof. De pijn in mijn knie is al dragelijker. Mijn voetstappen zijn het enige wat ik hoor in het smalle steegje. Ik voel me een gevangene in meters beton en gesloten luiken. De niet afgesloten ramen hebben ijzeren spijlen. Pappa heeft verteld dat de avondklok geen wet is, maar dat er wel handhavers rondlopen die mensen naar huis sturen. Ik moet daarom de grote straten vermijden. Ik schrik als ik per ongeluk tegen een leeg blikje trap. Door het gekletter van het metaal schiet er verderop een dier weg. Een rat? – Nee, iets dat groter moet zijn. Pas als het geluid helemaal is weggestorven en het stil blijft, durf ik weer te ademen.
De bar waar pappa is, bevindt zich aan de andere kant buiten het centrum. De veiligste weg gaat over het dorpsplein langs de kerk, maar dat zou wel betekenen dat ik makkelijk gezien zou kunnen worden door een handhaver. En een 10-jarig meisje laten ze vast niet alleen op straat lopen. Zouden zij iets tegen oom Arik kunnen doen? Nee, dat zou hem alleen maar kwader maken. Hij zou later terugkomen en waarschijnlijk dingen kapot maken.
Ik blijf staan op een splitsing en denk na over wat ik het beste kan doen. Ik weet dat pappa het mij verboden heeft, maar ik zie maar een manier. Ik zal de zwarte markt moeten oversteken.