
Mijn ademwolkjes worden geabsorbeerd waardoor het bruine papier op een kriebelende manier aan mijn neus plakt. Ik krijg de neiging om flink te krabben, maar houd me in. Jeuk is goed. Ongemak is goed. Het leidt me af van de werkelijke ellende. En als die ellende zich dan toch aan mij begint op te dringen, heb ik altijd nog die dodelijk saaie lijntjes van het papier om naar te kijken. Eenvoud en herhaling werkt geweldig om je hersenen stil te zetten.
Iemand trekt de papieren zak van mijn hoofd.
‘Hé!’ grom ik. Wacht, hoe kom ik hier in haar garage? Tenminste, ik ga er vanuit dat het haar garage is. Haar zwarte, blinkende BMW staat een eindje verderop. De gril lijkt net een akelige grijns door hoe het licht erop valt. Ik schuif heen en weer op de bank tot ik besluit dat ik niet wil opstaan. In plaats daarvan trek ik mijn benen op en verschuil mijn gezicht achter mijn knieën. ‘Ik heb een klote moment. Laat me met rust, ik wil jou helemaal niet zien.’
Kisei beent langs me heen zonder oogcontact te maken. Niet ver van de bank drukt ze op een grote knop aan de muur waardoor de roldeur van de garage begint te bewegen. Met een hoop geknars en gepiep rolt de deur omhoog en laat koude lucht naar binnen stromen. Niet dat dit het beter maakt. Ik werp haar een geërgerde blik toe en gebaar boos met mijn handen dat ik de deur weer naar beneden wil.
De deur komt tot stilstand. Nu kijkt ze me wel aan, maar mijn gedrag laat haar koud. ‘Ik denk dat het goed is als je iemand anders wel ziet.’ Een naderend ronkend geluid vult de stilte en komt snel dichterbij. Kisei besluit een stapje opzij te doen en nog geen tel later schiet er een zwarte auto de ruimte binnen. De auto komt met een piepende draai tot stilstand. De motor brult zo hard dat mijn trommelvliezen ervan klapperen. Als het contact wordt uitgezet, heb ik even een moment nodig om de pieptoon uit mijn oren te krijgen. Intussen neemt de bestuurster de tijd om uit te stappen en mij in zich op te nemen. Ik zucht en voel de knoop zich strakker in mijn buik aantrekken.
‘Hallo, Alex,’ weet ik amper uit te brengen.
‘Hallo, Suicy.’ God, hoe lang is dit geleden? Ik merk dat ik onbewust de huid van mijn duim tussen mijn lippen heb geklemd toen ik haar uit de auto zag stappen. Ik adem hoorbaar uit en vergeet een aantal seconden te knipperen, waardoor het voelt alsof er ineens schuurpapier tussen mijn oogleden zit. Net zo ongemakkelijk als het gevoel tussen mijn bilnaad trouwens.
Kisei heeft in de tussentijd ergens een houten stoel vandaan getrokken en biedt die Alex aan, die er dankbaar op plaatsneemt. Ze lijkt vrij ontspannen en schenkt Kisei een glimlach, alsof die twee elkaar kennen en… misschien zelfs vriendinnen zijn? Ik kijk vragend naar Kisei en probeer op nonverbale wijze antwoorden te krijgen, maar ze doet alsof haar neus bloedt. In plaats daarvan glimlacht ze naar me – zo’n verrekte glimlach die net iets te breed is om onschuldig te zijn – en zegt ze: ‘Ik geloof niet dat jullie mij nodig hebben, dus ik ga even een stuk rijden.’
‘Met de MX-5?’ zeg ik met afkeurende toon. Er verschijnt nu wel vermaak in haar ogen als ze opnieuw grijnst.
‘Nee,’ zegt ze doodleuk. ‘Dat is alleen voor jullie MX-5 freaks.’ Ze tovert een sleutel in haar hand tevoorschijn en lampen van de BMW lichten eenmaal op. We kijken haar allebei na als ze in haar zwarte bolide stapt en een stuk beschaafder dan Alex haar entree de garage verlaat.
‘Waarvoor heb je me hier naartoe laten komen?’ De donkere haren die bijna zwart zijn, heeft ze aan een kant geschoren. De andere kant hangt in een wilde bos tot over haar schouder. De blote huid van haar armen is niet meer zo snoezig en toont haar historie via een arsenaal aan littekens. Er lijkt een stukje uit haar wenkbrauw te ontbreken en door een van haar neusvleugels zit nu een gouden ringetje. Toch laten haar ogen mij direct zien dat zij het is. De rest van haar uiterlijk mag haar dan in een keiharde straatracer veranderd hebben, die helblauwe ogen bestuderen mij nog met dezelfde open en vertrouwde blik. Er zit geen veroordeling in en als ik iets weet te ontspannen krullen haar lippen om in een gemeend plezier.
‘Ik heb je gemist,’ geef ik toe. ‘Het spijt me dat ik me de laatste jaren niet veel met je heb bemoeid. Ik zie dat je het er goed vanaf brengt.’
Ze lacht en knikt bevestigend. ‘Ik heb zo mijn zoekende momenten gehad, maar volgens mij gaat het best goed zo. Of ik er helemaal goed vanaf gekomen ben, dat weet ik niet zo, maar ik ben best gelukkig met de huidige situatie. Geen politiewerk meer, maar ook geen gevaarlijke deals in het straatrace leven. Ik leid een rustig bestaan met Lenny in onze garage. Werk hard voor een eerlijk inkomen.’
Ik zie berusting in haar ogen. Ze zit ontspannen tegen de leuning, neemt de omgeving nieuwsgierig in zich op. Ik hoor bijna de radartjes in haar hoofd draaien als ze de opstelling van Kisei haar garage bekijkt.
‘En Mitsumo?’ ben ik benieuwd.
Ik onderbreek daarmee haar gedachten en haar blik schiet terug naar mij. Ze grijnst dan en steekt mysterieus haar handen op. Oké, dat gaat me blijkbaar niets aan. Ik grijns ongewild terug.
We zitten een aantal seconden zwijgend tegenover elkaar, staren elkaar aan. Ze lijkt te wachten op wat ik ga zeggen, maar geeft me de tijd. Ik wrijf over mijn lip en probeer de woorden zorgvuldig te kiezen.
‘Ik werk aan een nieuw verhaal,’ zeg ik dan. ‘Maar er zijn… omstandigheden die niet genegeerd kunnen worden. Omstandigheden die… offers eisen.’
Ze trekt haar wenkbrauwen op en wacht op meer woorden die ik ga zeggen. Ik bijt op mijn lip en een zucht perst zich uit mijn longen. ‘Het offer gaat jou aan, Alex.’
Ze laat het even op zich inwerken. Er komt een gedachte bij haar op en ze pruilt haar lippen. ‘Ga je me decapiteren?’ vraagt ze terwijl ze grote ogen opzet.
Ik trek een afkeurend gezicht. ‘Dan zou ik opzoek moeten naar een ander hoofdpersonage, ik denk dat ik dat moment sowieso moet proberen uit te stellen. Nee, ik vrees dat ik je auto’s moet afpakken. Of eigenlijk, alle auto’s in de wereld. Alles op vier wielen dat een beetje moderne technologie bevat.’
Haar gezicht wordt weer serieus en volgens mij probeert ze zich voor te stellen wat ik zojuist heb gezegd. Allemachtig, ik ontneem haar zo’n beetje alles van haar bestaan.
‘Alles op vier wielen waarin ik kan rijden?’ herhaalt ze langzaam, de betekenis ervan dringt tot haar door.
‘Ik werk er nog aan,’ zeg ik met een pijnlijk gezicht. ‘Ik zie jou ook niet echt van de rug van een paard vallen. Ik dacht eerder aan primitievere terreinwagens die vooral op mechaniek draaien. Het punt is, ik kan niet echt een portaal maken naar je nieuwe wereld, waar Henry Ford toevallig doorheen reist om je geliefde Mustang af te leveren. Dat werkt niet.’
Ze grijnst en haalt haar schouders op. ‘Is het verder wel een badass wereld?’
‘Heel badass,’ beloof ik. ‘Badass goden, magische schaduwkrachten, monsterlijke zandwormen. Misschien kan ik er zelfs een draak in krijgen.’
‘Krijg ik een badass avontuur?’
Ik haal mijn schouders op en denk na. ‘Je mag een monsterlijke zandworm beheersen? Ik weet nog niet in hoeverre je het overleeft.’
Ze snuift, maar ik zie een glinstering in haar ogen ontstaan. Ze knikt langzaam en staat dan op. De stugge zolen van haar schoenen dreunen over de vloer als ze terugloopt naar de MX-5. Haar donkere kleding en haar getrainde lichaam geven haar iets dreigends. Wat ze tot nu toe heeft meegemaakt, heeft haar gevormd tot de vaardige racer en gosah die ze nu is.
‘Ik was graag verder gegaan met waar je in Midnight Blood Related bent geëindigd,’ zeg ik zacht. ‘Het spijt me.’
Ze zegt niks en legt haar hand op de motorkap van de MX-5, houdt haar ogen op de lak gericht terwijl ze rondom de auto beweegt. ‘Midnight Blood Related was nooit het echte verhaal, toch? Dat wisten we allebei nog voor je er aan begon.’ Ze laat haar beide handen zakken en steunt zichzelf op de kofferbak. Ik zie iets van verdriet in haar ogen, maar ook iets anders. Berusting? Alsof ze hier al op voorbereid was.
Ik open aarzelend mijn mond, weet niks te zeggen en klap weer dicht. In plaats daarvan kom ik overeind en loop ik ook naar de auto toe. Ik blijf staan voor de motorkap en zucht. Twintig jaar. Het is een prachtige wagen geworden. Ik kan geen enkele beschadiging of oneffenheid op de zwarte lak ontdekken. Elke lijn loopt vloeibaar in elkaar over. Ze heeft duidelijk over elk detail nagedacht.
‘Midnight Blood Related was bedoeld om me te laten opgroeien, mezelf te leren kennen, vaardigheden op te doen.’ Ze glimlacht. ‘Het is oké. Ik ben wel klaar voor een nieuw avontuur, zelfs als dat betekent dat ik een paar persoonlijke dingen moet achterlaten.’ Ze klopt zacht op het metaal. ‘Alleen, wie gaat er voor Nora zorgen? Ik wil dat ze goed terecht komt.’
Ik trek mijn wenkbrauwen op en laat mijn blik verschuiven naar de auto. ‘Nora?’ herhaal ik met ongeloof.
‘Nora,’ bevestigt ze. ‘Wat, niet verwacht dat ik mijn auto’s ook vrouwelijk kan zien?’
‘Niet echt,’ grijns ik. Ik steek plechtig mijn hand op. ‘Maar ik beloof dat ik voor Nora zal zorgen.’ En dat zal ik doen. Ik moet alleen Kisei er nog van overtuigen dat haar BMW3Streef niet meer de enige in deze garage zal zijn. Op de een of andere manier voel ik me opgelucht, alsof het geen verraad meer is, maar eerder een onderhandeling. Een waarmee zij akkoord is.
Alex laat Nora los en komt naar me toe. Haar huid voelt zoveel warmer dan ik me had voorgesteld als ze me een hand geeft. Er ontvonkt zich een sprankje vertrouwen in mijn borst als ik haar glimlach zie. Misschien wordt dit toch zo slecht nog niet.
‘Op ons,’ besluit ze.
‘Op ons,’ herhaal ik.