Het is laat in de middag op een koude dag in november. De zon begint al onder te gaan en de lichten in de meeste winkelpanden zijn uit als Suicy eindelijk het gebouw van haar kliniek in Vleuten verlaat. Het aanzicht van het verlaten plein waaraan de kliniek gevestigd is vormt een groot contrast met hoe ze het drukbezochte centrum overdag kent: moeders met boodschappentassen die hun inkopen voor de hele week bij de Albert Heijn doen, babbelende dagjesmensen die een broodje eten bij het kleine restaurantje op de hoek, luid toeterend verkeer dat moeite heeft met de gekke voorrangsregels op dit kruispunt, waardoor iedereen kriskras door elkaar manoeuvreert en ook nog probeert een gratis parkeerplekje te vinden. Nu is het enige geluid in de straat haar rinkelende sleutelbos als ze de schuifdeuren afsluit. Door de kou voelen haar vingers bevroren, waardoor ze de sleutel stroef omgedraaid krijgt. Ze zucht opgelucht, maar ook vermoeid als het haar eindelijk gelukt is en ze zich omdraait. Terwijl ze begint te lopen blijft haar zucht nog even voor de deur hangen waar hij langzaam opstijgt in een stoomwolkje in het zwakke licht van de straatlantaarn.
Het was een zware werkdag Рze heeft aan de lopende band behandelingen gedaan en herinnert zich niet dat ze ̩̩n keer naar het toilet is geweest, de enige pauze die ze had was niet langer dan vijftien minuten Рen ze verlangt naar huis. Elke stap die ze van het gebouw en haar moordend drukke agenda zet voelt als een bevrijding.
Ze wandelt enkele meters met haar handen in haar zakken door de kou tot ze bij haar bolide is. Hij staat altijd op dezelfde plek geparkeerd, als laatste aanwezige na haar werkdag, trouw wachtend tot ze samen naar huis kunnen. Terwijl ze dit bedenkt, krullen haar lippen op in een dankbare glimlach.
'Hoi, Ruby,' groet ze de auto. Het is een rode Mazda Miata uit 1990. Hoewel de klassieke softtop bedoeld is voor de warme zomermaanden, weerhoudt het haar niet om ook in de winter te rijden.
Uiteraard groet Ruby niet terug, maar de typische vorm van de koplampen – alsof de auto met een permanente glimlach de fabriek is uitgerold – zorgt iedere keer voor de warme illusie dat de auto ook blij is haar te zien.